Vlaams volksvertegenwoordiger & Deelstaatsenator
Kruimelpad
Met folklore bestuur je geen hoofdstad
Zondag 10 januari 2016, een vol stadion voor de Brusseleir-derby tussen tweedeklasser Union en vierdeklasser RWDM. Een waar genot voor voetbalminnende Kuulkappers uit Sint-Gillis en Muilebeiknaars uit Klein Manchester. Het was een heerlijk weekend vol folklore. Maar helaas bestaat er in Brussel buiten het voetbal nog wel meer folklore, in de politiek bijvoorbeeld.
Een stad met iets meer dan één miljoen inwoners heeft volgens de huidige lokale machthebbers nog steeds nood aan 19 stamhoofden. Deze dorpspolitici hebben op veiligheidsvlak hun territorium in 6 politiezones verdeeld, met een soort drieslagstelsel waarbij men beurtelings aan het hoofd komt te staan van de politie. Alle Vlaamse partijen zijn stilaan overtuigd van de folklore van deze manier van werken. Maar helaas staan de huidige burgemeesters allen ingeschreven op de Franse taalrol in onze hoofdstad. En voor machthebbers is macht afstaan nu toevallig niet een van de specialiteiten. Het institutioneel waterhoofd zal nog niet onmiddellijk doorprikt worden, helaas.
Voormalig Brussels CD&V-politicus Walter Vandenbossche haalt in De Standaard (12/01/2016) stevig uit naar het veiligheidsbeleid in onze hoofdstad, of het gebrek eraan. En grotendeels terecht. Waar hij echter de bal wel misslaat, is in zijn kritiek op het federale niveau. Voor de eerste keer ooit hebben we in dit land een federale Minister van Veiligheid: Jan Jambon. Dat de huidige coalitie zwaar inzet op dit departement is vrij duidelijk lijkt me. Geregeld schiet de linkerzijde er zelfs van in een Franse colère.
En dit federaal beleid heeft natuurlijk ook zijn weerslag op Brussel. Meer middelen voor inlichtingen- en veiligheidsdiensten dragen onmiddellijk bij tot de veiligheid in de hoofdstad. De inzet van militairen beperkte zich niet enkel tot Antwerpen, ook de échte bakermat van de bloempansj (bloedworst in het Brussels) kon rekenen op de bescherming van onze defensie. En last but not least zet Minister Jambon in zijn federaal plan uitdrukkelijk in op Brussel met zijn “Actieplan Molenbeek”, uiteindelijk een “Kanaalplan” dat meerdere ‘problematische’ gemeenten omvat.
Over dit laatste plan zijn de federale diensten trouwens in overleg met onder andere de burgemeester van Molenbeek en de lokale Brusselse politiezones. Dat er dus partijpolitieke spelletjes gespeeld worden door de N-VA, zoals geïnsinueerd, is larie en apekool. Of doelde hij misschien op Brussels burgemeester Yvan Mayeur (PS) die niet wilde dat Minister Jambon, van N-VA-signatuur, taart kwam afgeven aan de Brusselse politie met Kerstmis.
Let wel, de kritiek van de voormalige ondervoorzitter van het Brussel Parlement op het gevoerde beleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en op lokaal niveau is wél pertinent. De Brusselse regering laat het inderdaad na een hoofdstedelijk veiligheidsplan op te stellen. Net zoals men in de hoofdstad eigenlijk op bijna geen enkel vlak een echte hoofdstedelijke ambitie en visie aan de dag legt. Hopelijk neemt de Brusselse CD&V deze kritiek uit eigen rangen ter harte, en staat Vandenbossche niet het zelfde lot te wachten zoals dat van onze Vlaams-Brusselse groene collega Luckas Vander Taelen. Zeggen waar het op staat kan in de traditionele partijen in Brussel wel eens beantwoord worden met kaltstellung.
Het wordt tijd dat het gezond verstand in de hoofdstad opnieuw de bovenhand haalt. Brussel heeft geen nood aan politiek-correcte recepten die bewezen hebben niet te werken. Onze hoofdstad smacht naar een andere politiek die van leefbaarheid prioriteit nummer 1 maakt. Weg met de politieke folklore, onze stad heeft recht op beleidsmakers die in eerste klasse spelen.
(ingekorte versie verschenen in De Standaard van 14/01/2016)