Vlaams volksvertegenwoordiger & Deelstaatsenator
Kruimelpad
Vlaamse ministers en de zesde staatshervorming: vraag tot een structurele herziening
In het kader van de werkgroep Institutionele Zaken evalueerden Vlaamse ministers – Lydia Peeters, Jo Brouns en Zuhal Demir - de zesde staatshervorming. Over de grote lijn zijn de ministers het eens: de bevoegdheidsverdeling is te complex, inefficiënt, niet homogeen en veel wordt bemoeilijkt door een gebrekkige samenwerking met het federale niveau. Dat blijkt uit de antwoorden van de regering op de vragen van Vlaams Volksvertegenwoordiger Karl Vanlouwe (N-VA). De ministers zijn vragende partij voor een duidelijke staatstructuur met een overheveling van homogene bevoegdheidspakketten, ofwel via een effectieve bevoegdheidsoverdracht, ofwel aan de hand van een zevende staatshervorming.
Dat de zesde staatshervorming tot nu zaken soms te complex maakte en een minder groot succes bleek dat initieel werd gehoopt, is niet nieuw. Dat de Vlaamse ministers vanuit de regeringspartijen oproepen tot een herziening van de bevoegdheden en soms zelf tot verdere regionalisering, is een ander verhaal. Dit brengt in sommige zaken een vreemde spreidstand met zich mee voor CD&V en Open VLD: Enerzijds willen de partijen als medebedenkers van de zesde staatshervorming de zaken laten zoals ze zijn en na 9 juni zo snel mogelijk overgaan tot een vorming van een nieuwe federale regering. Anderzijds stellen de Vlaamse ministers dat de huidige structuur te complex is en dringend nood is aan aanpassing naar meer homogene bevoegdheden.
Lydia Peeters: de principes van bevoegdheidsverdeling zijn overboord gegooid
De felste kritiek op de zesde staatshervorming komt van Vlaams minister voor Mobiliteit en Openbare Werken, Lydia Peeters (Open VLD). Volgens haar zijn een aantal principes van bevoegdheidsverdeling in België met de zesde staatshervorming “overboord gegooid”. Zo spreekt ze van het verticaliteitsprincipe waar noch de Vlaamse, noch de federale regering bevoegd is voor zowel het regelgevend optreden als de uitvoering en controle van beleid. Daarnaast hekelt ze ook het verbreken van het territorialiteitsprincipe wat mogelijk maakt dat burgers kunnen “shoppen” tussen de gewesten: burgers kunnen kiezen tussen het beleid van elk gewest wat de effectiviteit van het eigen beleid beperkt.
De minister heeft ook een stevige kritiek op haar federale tegenhanger Georges Gilkinet (Ecolo). Peeters stelt dat afgelopen jaren is gebleken dat bij de uitoefening van de zesde staatshervorming sommige bevoegdheden toch de gewesten toebehoorden, maar de middelen en het personeel niet werden overgedragen. Kortom, het federale niveau eigende volgens de minister onterecht personeel en middelen naar zich toe ten koste van de Vlaamse werkingsmiddelen.
Jo Brouns: vragende partij voor een zevende staatshervorming
Hoewel Vlaams minister voor Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw, Jo Brouns (CD&V) wat milder is voor de huidige bevoegdheidsverdeling, spreekt hij zich openlijk uit voor een zevende staatshervorming om de gewesten meer te betrekken. Hij is minder mild voor zijn federale collega’s die volgens hem te weinig de gewesten structureel betrekken bij de beleidsvoering. Hij geeft hierbij ook een concrete voorbeeld: rond eindeloopbaanonderbreking vonden er afgelopen vijf jaar geen overlegmomenten plaats omdat dit volgens de andere overheden niet prioritair was. Te vaak botst volgens Brouns het Vlaams niveau op federale grendels die het beleid bemoeilijken.
Zuhal Demir: het federale niveau heeft geen respect voor de huidige bevoegdheidsverdeling
Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Zuhal Demir (N-VA) gaat ten slotte in frontale aanval op federaal minister voor Energie Tinne Van Der Straeten (Groen). Volgens de N-VA-minister is de zesde staatshervorming niet altijd werkzaam door enkele externe evoluties, maar vooral omdat de federale overheid de bestaande bevoegdheidsverdeling niet respecteert. Zo is er niet enkel nauwelijks een informatieoverdracht, ook wordt het kabinet Van Der Straeten geregeld op de vingers getikt door de Raad van State omdat het onterecht de bevoegdheidsverdeling inzake energie naast zich neerlegt.
“Het federaal kabinet beschouwt alles als een federale bevoegdheid volgens een eigen interpretatie van de Bijzondere Wet tot Hervorming der Instellingen”, valt te lezen in het antwoord van Demir. De bepalingen over de verdeling van de bevoegdheden zijn al meerdere malen door de Raad van State en het Grondwettelijk Hof uitgesproken in het voordeel van Demir. Toch zette kabinet Van Der Straeten dit in 2022 weg als een “semantische discussie”.
Hetzelfde geldt volgens de N-VA-politica bij de inname van Europese standpunten waar de standpunten van de federale minister zonder overleg worden aangenomen als de Belgische standpunten, zonder overleg binnen de federale regering of met de gewesten. Van Der Straeten eigent zich bevoegdheden en middelen toe die ze niet heeft en botst daarbij geregeld op kabinet Demir en de Raad van State.
“Opvallend dat wanneer we het over de inhoud hebben, onze coalitiepartners mee oproepen tot verdere regionalisering”, stelt Karl Vanlouwe. “De Vlaamse ministers roepen wel degelijk op tot een herziening van de structuren naar homogene beleidspakketten, sommige spreken zelf van verdere regionalisering. Daarnaast zien we de cynische manier waarop de Vivaldi-regering aan politiek doet: in de beleidsdomeinen Werk, Mobiliteit en zeker Energie wordt er vaak gewezen naar de Vlaamse regering omdat het aan blokkeringsfederalisme zou doen. In realiteit zien we echter dat het juist de Vivaldisten zijn die de blokkering praktiseren.”