‘Marokkanenprobleem’ of ‘slachtoffers van racisme?’

Over die vraag is de laatste weken al veel inkt gevloeid. Alle mogelijke verklaringen kwamen daarbij aan bod. De ene bekijkt het etnisch-nationalistisch: we zitten met een ‘Marokkanenprobleem’. Anderen trokken dan weer de slachtofferkaart: ‘dat zijn frustraties van slachtoffers van racisme en discriminatie’. Beide uitersten van het spectrum slaan de bal volledig mis. Ze gaan voorbij aan de complexe realiteit die schuilgaat achter migratie en integratie, achter samenleven in een diverse stad.

Integratieprobleem

Het weze duidelijk: neen, we hebben in dit land géén ‘Marokkanenprobleem’. Maar ook: néén, in dit land zit racisme niet in ons DNA en de verfoeilijke relschoppers zijn geen slachtoffers van discriminatie. De vraag rijst: wat is er dan wel aan de hand?

Wel, we kampen in België en zeker in Brussel met een integratieprobleem. Dat hoeft niet te verbazen. Lange tijd was de N-VA de enige partij die het belang van een slagkrachtig integratiebeleid op de agenda zette. Dat verklaart ook waarom Vlaanderen als eerste aan de slag ging met thema integratie. Voormalig minister-president Geert Bourgeois was daarbij een pionier. Ook de regering-Jambon zet dat werk verder.

Waar blijft het integratiebeleid?

Die daadkracht staat in schril contrast met de aanpak in Wallonië en Brussel. Lange tijd werd integratie door Franstalige politici weggezet als ‘racistisch’. De linkse PS en later ook Ecolo wilden van verplichte integratietrajecten niets weten. Die boodschap ging er bij bepaalde allochtone gemeenschappen in als zoete broodjes. ‘Kassa, kassa’, dachten ze op de rood-groene partijhoofdkwartieren, waar mensen van allochtone afkomst vaker als kiesvee dan als volwaardige burgers werden – en worden? – beschouwd.

Waar Wallonië van koers veranderde, weigert men in Brussel nog steeds om een integratiebeleid die naam waardig uit te rollen. Dat is het échte racisme, zoals Brussels parlementslid Gilles Verstraeten terecht stelde: “Mensen aan hun lot overlaten, zonder job, zonder kennis van het Nederlands? Dat is mensen in de steek laten. Dat is racisme.”

Oproep: maak van integratie een prioriteit

Daarom is het tijd dat Brussel eindelijk werk maakt van integratie. Taal en identiteit vormen daarbij de sleutel, al zijn dat voor Brusselse politici vaak vieze woorden. Hoe kan iemand een plek innemen in onze samenleving als die zelfs geen Nederlands spreekt?

Nederlands is de taal die ons bindt. Het is de sleutel tot werk en tot deelname aan het maatschappelijke leven, aan het sociale weefsel. Verplicht jongeren en ouders om die taal te leren. Activeer hen, zet hen aan het werk. Zorg ervoor dat ze naar school en in hun vrije tijd zinvolle hobby’s hebben.

Een samenleving, daar moet je actief aan werken. Doe dat dan ook. Eindelijk.