U kent het riedeltje van de zogenaamde standstill: geen grondwetswijzigingen en staatshervormingen. Maar dat betekent allerminst dat Vlaanderen passief langs de kant staat. In het buitenlands beleid heeft Vlaanderen de voorbije drie jaren ontegensprekelijk enorme sprongen vooruit gemaakt.
In foro interno, in foro externo
“In foro interno, in foro externo”: dat waren de eerste woorden die een buitenlandse diplomaat te horen kreeg, toen die in Brussel neerstreek en het Departement Internationaal Vlaanderen – het Vlaamse buitenlandministerie – bezocht. “Vlaanderen is bevoegd in het buitenland voor die bevoegdheden die het ook in België uitoefent.” Concreet: welzijn, onderwijs, mobiliteit, economie, maar uiteraard ook handel en cultuur. "In foro interno, in foro externo" was het leitmotiv van de Vlaamse diplomatie sinds de jaren 1990.
Alle eer aan Luc Van den Brande, die de Vlaamse diplomatie op de kaart heeft gezet en de grondwettelijke basis heeft gecreëerd met de derde staatshervorming. Maar tot spijt van wie het benijdt: "Wij zijn bevoegd" is niet bepaald overtuigend in de wereld van de realpolitik.
Handelsvriendelijke brexit
Op dat vlak is de Vlaamse diplomatie onder de huidige minister-president Geert Bourgeois, ook bevoegd voor Buitenlands Beleid, assertief en volwassen geworden. Buitenlandse ministers, eurocommissarissen en ambassadeurs die het Martelaarsplein bezoeken – tot en met de Britse Foreign Secretary Boris Johnson – peilen niet alleen meer naar de verdragsrechtelijke bevoegdheid die Vlaanderen heeft, maar ook en vooral naar het standpunt dat Vlaanderen inneemt. Men kan BoJo veel toedichten, maar niet een gebrek aan politieke realiteitszin. Het feit dat hij in de brexit-onderhandelingen eerst het Martelaarsplein bezocht en dan pas de Karmelietenstraat – waar het federale ministerie van Buitenlandse Zaken is gehuisvest – is heus geen toeval.
In de CETA-saga heeft Vlaanderen zich heel duidelijk geuit als een voorstander van vrije en faire handel. In de brexit-discussie heeft de Vlaamse Regering de toon gezet met een pleidooi voor een handelsvriendelijke brexit die een zo hecht mogelijke band met het VK beoogt, zonder revanchisme, in weerwil van sommige stemmen in de Belgische salons. 83 procent van de Belgische handelsbelangen zijn Vlaams en één op de zes jobs hangt af van de export. Met het VK gaat het respectievelijk over 87 procent en maar liefst één van de veertig Vlaamse jobs die van de handel met de Britten afhangt. De proactieve aanpak van Vlaanderen hoeft dus ook niet te verwonderen. Deze week nog stond Bourgeois op de barricaden, toen bleek dat de Britten Europese vissers uit hun nationale wateren willen weren, zwaaiend met een Privilegie uit 1666.
Verlichtingswaarden behartigen
Maar de Vlaamse diplomatie is meer dan een belangenverdediging of een economische vechtmachine. Het gaat ook over het behartigen van onze fundamentele Verlichtingswaarden, respect voor de rechtsstaat en de democratie. De eerste Europese regeringsleider die openlijk de Turkse president Erdogan durfde te bekritiseren over het schenden van de rechtsstaat en de mensenrechten na de coup en de daaropvolgende zuivering: Geert Bourgeois. Zeker toen een Turkse ambassade-attaché in de pers zich heel kritisch uitliet over de onderwijsvrijheid in Vlaanderen en de erkenning van de Lucernacolleges. Vlaanderen voerde de druk op en het Belgische standpunt ten aanzien van Turkije werd bijgesteld.
Een beter Europa
De Vlaamse Regering is ook de eerste regering in de Europese Unie die een duidelijke visie heeft op de toekomst van de Europese Unie: niet noodzakelijk meer maar vooral een beter Europa, dat resultaten boekt en alleen optreedt als het meerwaarde biedt. Aanpakken van sociale dumping en fiscale shopping, een slagkrachtig handelsbeleid en een verdieping van de interne markt op het vlak van transport, energie en digitale connectiviteit zijn voorstellen die de Vlaamse minister-president consequent verdedigt in al zijn contacten, inclusief tijdens zijn overleg met de Europese Commissievoorzitter of met zijn eerste vicevoorzitter Frans Timmermans. Daarvoor heeft de EU geen verdragswijziging of institutionele big bang nodig.
Met waardigheid en stijl
De voorbije drie jaar is Geert Bourgeois erin geslaagd de Vlaamse diplomatie ‘body’ te geven. Ook de façade werd versterkt met de oprichting van het Vlaams ministerie van Buitenlandse Zaken. In tegenstelling tot het federale netwerk verdiept de Vlaamse minister voor Buitenlandse handel, Ontwikkelingssamenwerking, Buitenlands en Europees beleid zijn diplomatieke netwerk en breidt hij het uit. Bij voorgangers dienden economische missies vooral als mediaoptredens waar de bevoegde ministers en het meereizende mediakorps zich bezondigden aan reportages over white hemden (“hilariteit!”).
In deze regeerperiode was het ontegensprekelijk anders. Iedereen die een prinselijke missie heeft meegemaakt, kent de verveling die na dag drie optreedt, zeker bij het meereizende journaille. Na alle officiële plechtigheden en na twee ambassaderecepties, is “de rek” uit de missie. Een publiek ‘belgobelge’-conflictje is dan zeer welgekomen om het perskorps wakker te schudden en de redacties in Brussel tevreden te houden.
Niet zo de afgelopen jaren. Wel een assertief optreden, maar geen spelletjes in de media. Vriend en vijand erkennen dat Geert Bourgeois altijd de rol heeft gevoerd die verwacht werd van een buitenlands regeringsleider: 'with dignity and style'. De Vlaamse export staat op een recordbedrag van 302 miljard euro en vorig jaar werden maar liefst 200 nieuwe buitenlandse investeerders overtuigd in onze deelstaat te investeren, het op een na beste resultaat ooit. Tegelijk werd en wordt het inhoudelijke spel des te harder gespeeld: CETA, brexit, de discussie over de bilaterale Investeringsverdragen, de toekomst van de EU en het Uniebudget. Ook Reuters, The Telegraph, The Times, Euractiv en Politico vonden het Martelaarsplein.
Vlaanderen is intussen vertegenwoordigd in Berlijn, Den Haag, Londen, Madrid, Parijs, Warschau, Wenen en straks ook Rome – belangrijk om onze positie binnen de EU te versterken.
Op zoveel terreinen is de voorbije jaren duidelijke geworden dat de splijtzwam in de diplomatie er niet één is tussen ego’s, maar vooral tussen twee democratieën, tussen twee naties. Dit is alvast de vaststelling na de afgelopen drie jaar: Vlaanderen staat op de kaart.