Vanlouwe (N-VA) wil "kritische evaluatie" Vlaams-Marokkaanse Culturenhuis

Vlaams parlementslid Karl Vanlouwe is kritisch voor de werking van het Vlaams-Marokaanse Culturenhuis Daarkom in Brussel. Vlaanderen legde al meer dan 7 miljoen euro op tafel voor Daarkom, terwijl Marokko nog maar 612.000 euro toezegde - waarvan bovendien slechts 360.000 euro is gestort -, zegt de N-VA'er. Bovendien heeft Daarkom maar een beperkte werking, luidt het. Vanlouwe pleit daarom voor een nieuwe invulling van de culturele samenwerking tussen Vlaanderen en Marokko.

Volgens Karl Vanlouwe kunnen er "meer dan terechte vragen worden gesteld bij de aanpak van dit instituut in een eigen (zeer dure) huisvesting, dat een geesteskind is van gewezen Vlaams minister Bert Anciaux". In mei 2006, toen de conventie over de oprichting van het Culturenhuis werd ondertekend, was cultuurminister Anciaux lid van Spirit, ondertussen zit hij bij sp.a. Met Geert Bourgeois zat in 2006 ook de N-VA in de Vlaamse regering.

Vanlouwe heeft vooral kritiek op de financiering van Daarkom. Tussen 2006 en 2014 betaalde de Vlaamse overheid al 7,4 miljoen euro voor Daarkom, terwijl Marokko nog maar 362.000 euro betaalde. "De vooropgestelde gelijkwaardige financiering door Vlaanderen en Marokko werd niet nageleefd."

"Beperkte werking"

Bovendien, stelt Vanlouwe, "blijkt bij nazicht van de programmatie dat het Vlaams-Marokkaanse Culturenhuis slechts een beperkte werking kent". Hij somt op: in 2011 werden 31 activiteiten georganiseerd, in 2012 werd de theater- en vergaderzaal 39 keer gebruikt voor activiteiten door derden, terwijl de vzw Daarkom zelf maar 28 activiteiten organiseerde. "In 2013 en 2014 hetzelfde verhaal: zeer weinig activiteit in Daarkom."

De Vlaamse regering moet de meerwaarde van Daarkom voor de Vlaams-Marokkaanse samenwerking kritisch onder de loep nemen, vindt Vanlouwe, en daarover diplomatiek overleg met Marokko opstarten. "Ik pleit voor een nieuwe invulling van de culturele samenwerking tussen de beide gemeenschappen die meer inzet op samenwerking en kruisbestuiving tussen culturele actoren op het terrein zelf, zodat geïnvesteerd wordt in de artiesten en de artistieke werking, niet in gebouwen en overhead."

Bron: Het Laatste Nieuws